De Alsemambrosia
In de zomer en nazomer bloeit een aantal kruiden die sterk allergeen pollen vrijlaten in de lucht. Tot deze kruiden horen de Bijvoet en twee soorten Ambrosia, de Alsemambrosia en de Zandambrosia (de naam komt van de Griekse godenspijs ambrosia).
Soms een enkele keer in tuinen en verder hier en daar en dan vaak massaal in zanderig, ruderaal terrein, zoals akkers, ruigten in natuurgebieden en op verlaten terreinen, tref je Alsemambrosia of Ambrosia artemisiifolia, aan. De bladeren zijn twee tot driedelig geveerd en lijken op die van andere plantensoorten als Bijvoet en Boerenwormkruid, maar ook op die van de laat in het jaar oranje bloeiende Cosmos sulphureus. Maar in bloei is de plant niet te missen de trosvormige bloeiwijze heeft heel karakteristieke hangend hoofdjes met alleen mannelijk bloeiende bloemetjes. De vrouwelijke bloemetjes zitten onder in de bloeiwijze en hebben lange stempels.(bron: www.floravannederland.nl)
grafiek pollentellingen Ambrosia
In de grafiek hierboven is weergegeven het aantal in Helmond getelde Ambrosiapollen over de jaren 2014 tot en met 2020 tot nu toe (wordt wekelijks bijgewerkt). In september 2014 is een kortstondige piek van Ambrosia pollen te zien die waarschijnlijk veroorzaakt is door lange afstandstransport van pollen uit het oosten van Europa. De gegevens zijn beschikbaar gesteld door het Pollenteam van het Elkerliekziekenhuis in Helmond.
determinatievideo Alsemambrosia
De Ambrosia komt van oorsprong uit Amerika, waar ze een lastig te bestrijden onkruid vormt en bovendien één van de hoofdoorzaken van hooikoortsklachten is. Ze bloeien hier bij ons vanaf half augustus tot in oktober. Als je de plant herkent in je tuin kun je de plant het beste verwijderen voordat hij gaat bloeien en voorkom je de verdere verspreiding ervan. Je helpt daarmee ook de mensen die gevoelig zijn voor de pollen van deze soorten en voorkomt mogelijke hooikoortsklachten als gevolg van de Ambrosia.
De Alsemambrosia (Ambrosia artemisiifolia) behoort tor de familie van de composieten waartoe o.a. ook de Paardenbloem, de Margriet, de Aster en de Bijvoet horen. De meeste composieten hebben hoofdjes met kleurrijke bloemen en worden dan ook vooral door insecten bezocht en bevrucht. Maar een aantal is windbestuiver. Ze brengen veel pollen in de lucht. Tot deze soorten, die nogal onooglijke en geen fraai gekleurde bloeiwijzen hebben, behoren het zeer algemeen op ruderale terreinen voorkomende onkruid Bijvoet en ook Ambrosia.
Bijvoet en Ambrosia lijken nogal op elkaar en het is de kunst om de tot 1,5 meter hoge Ambrosia te kunnen onderscheiden van de Bijvoet. De Alsemambrosia heeft dubbel geveerde bladeren die in het onderste niet bloeiende deel van de plant tegenoverstaand zijn en hogerop in het deel waar ook de bloei optreedt verspreid langs de stengel staan. In tegenstelling tot de eveneens dubbel veerdelige bladeren van de Bijvoet zijn de bladeren van de Alsemambrosia aan de onderzijde groen en die van Bijvoet zilverwit viltig. De stengels van de Alsemambrosia zijn behaard en groen, die van de Bijvoet vrijwel kaal en roodbruin. De mannelijke bloeiwijzen vormen een tros die van onder naar boven toe rijpt en de mannelijke bloemetjes hebben een vrijwel kaal schaalvormig omhulsel. Ook het blad van niet bloeiende planten van Boerenwormkruid wordt gemakkelijk verward met het blad van de Alsemambrosia.
Voor meer informatie over hooikoorts en Ambrosia zie de speciale ambrosia-pagina op www.pollennieuws.nl >> . Hier is ook meer informatie te vinden over de NVWA-campagne om waarnemingen van Ambrosia te melden.